9
Mm, het zal wel. Ze heeft er geen zin in. Gedachteloos speelt ze met
haar pen en staart dromerig naar buiten. Het is prachtig weer. Alles
staat nu zo mooi in bloei. De tulpen en de narcissen staan in rode en
gele kleuren te pronken. De bomen hebben prachtige, roze bloesem.
Ze is blij dat het mei is. Ze kijkt nu al uit naar de zomervakantie. Lek-
ker zeven weken niks doen. Dat is beter dan hier tussen vier muren
zitten met een s.o. voor je neus.
‘
Jessica, zou je ook niet iets gaan doen?’
Jessica kijkt geschrokken op. Iedereen is druk aan het schrijven en
zij zit haar tijd te verdromen. Dat moet meneer Mansveld natuurlijk
precies zien.
Met een zucht bekijkt ze de eerste vraag en zet dan eindelijk de punt
van haar pen op het papier.
Tot het zesde uur heeft ze les. Of het niet op kan, heeft ze vandaag les
in alle talen die er op de havo zijn: Nederlands, Duits, Engels en Frans.
Hoe ze het zo hebben in kunnen roosteren is haar een raadsel. Twee
vakken met taal is meer dan genoeg op een dag. Het is een heel gedoe
om al die woorden en klanken uit elkaar te houden. Gelukkig hebben
ze tussendoor gym. Kan ze even ontladen en haar energie kwijt. Ze
heeft geen hekel aan leren, maar ze is toch blij als ze aan het eind van
de dag haar laatste boeken in de tas kan doen en naar huis kan gaan.
Anne moet precies de andere kant op. Jammer dat ze nooit met elkaar
mee kunnen rijden. Meestal fietst ze samen met Mieke. Zij woont wat
dichter in de buurt en ze hoort ook bij hun vriendenclubje.
Als ze met haar fiets het hek uitrijdt, kijkt ze onwillekeurig om zich
heen. Gelukkig, geen Daan. Het moet niet gekker gaan worden. Haar
leven wordt op dit moment teveel beheerst door die jongen. Nog
een geluk dat ze niet bij elkaar in de klas zitten. Ze moet er niet aan
denken. De kans is groot dat hij alles op alles zou zetten om iedere
les naast haar te kunnen zitten.
